jouwgedichten.nl

Gedicht: Horror Droom

Ik zag een rij vakantie huizen.
Waar geen licht meer brandde.
Ik hoorde de wind zacht ruisen.
toen zag ik dat er iets landde,

In de sloot vanuit het bos achter de woningen
het waren gemuteerde wezens.
toch waren het allemaal rare vreemdelingen,
Want heel veel leken op de gewone mens.

De stroom was al een tijd uit.
stuk gebeten door die monsters.
Het grootste wezen riep luid,
zijn aanval's kreet.

De huizen lagen er verlaten bij,
maar als je goed keek,
renden mensen heen en weer, maar zagen ze mij?
Nee, ik lag onzichtbaar in de beek.

Er klonk geschreeuw uit de huizen,
Toen de monsters de huizen begonnen te beklimmen.
allemaal afgeknaagde buizen,
lagen in de tuin, en binnen?

Werden ze zonder gevoel aangevallen.
en wat je ook deed,
je kwam niet uit het gras bij de beek.
en toen er eindelijk een auto langsreed,

bleek het mijn verlosser te zijn,
uit deze moord droom.
en later zag ik de lijn.
Die met lijm aan mijn hersenen vast zat.

Weg met die horror en hallo vredige kaboutertjes :-)

Over het gedicht:

een horor droom als een afschuwelijke kinderdroom.